Wanneer men het land van Aubel verlaat door tussen de hagen en de weiden van deze grasstreek te sluipen en kort vóór het binnenstormen onder de brug van de straat die Henri-Chapelle met Visé verbindt, loopt het spoor over een betonbrug bestaande uit een enkele boog, die het belangrijkste kunstwerk van de lijn is. Een tiental meters verder bevond zich de halte van
"Merckhof", geopend van 1902 tot 1920.
Wij gaan nu naar beneden richting Galoppevallei en voor ons kunnen wij het "goedaardige" station Hombourg zien, dat op de berghelling gelegen is. Ingericht in een plattelandssite, de kalmte en het groen uitademt, wordt het station, bovendien gelegen buiten de dorpskern, bereikt via een haarspeldbocht.
De tweede wereldoorlog wijzigt grondig het statuut van de spoorweglijnen van het Oosten van het land. Met zijn verordening van
18 mei 1940 verbindt
"Hitler" de gebieden van Eupen, Malmedy en Moresnet aan het Reich, onder voorwendsel dat men daar een Duits dialect spreekt.
De nieuwe grens loopt tussen Aubel en Hombourg.
De NMBS legt dan direct vortals eindstation van de treinen komende uit Luik. Hombourg wordt een station van de Reichsbahn en wordt dagelijks met 6 heen- en terugritten met Aachen via Hindel, Montzen en Bushhausen verbonden.
Deze pendeldienst werd pas in gebruik genomen toen de tunnel tussen Hombourg en Hindel, opgeblazen door het Belgische leger in 1940, door een ingraving van 48 meter lang werd vervangen.
De Duitse seinen in het station werden na de oorlog "belgisch gemaakt" om soortgelijk te worden met b.v. deze van Sourbrodt : een rood Duits haltepalet boven een ingekort paars palet dat als rangeersein dient.
Aan de uitgang van de tunnel te Hombourg bevond zich de wissel die toegang gaf ofwel naar Montzen via Hindel-Bas ofwel naar Plombières via Hindel-Haut en naar de halte van
"Cheval Blanc".
De splitsing werd beveiligd met Duitse seinen door een kabine (blok 12).
De exploitatie was niet alle dagen eentonig; hierna een anekdote.
Op een regenachtige dag, bij het ter beschikkingstellen van een wagen op de goederenkoer, remde de machinist, waarschijnlijk een beetje zenuwachtig, hardhandig bij het achteruitduwen van de wagen. Gevolg : op de natte rails gleden de locomotief met door de remmen geblokkeerde wielen en haar wagen langzaam naar het stootblok, zonder hoop het kippenhok van de chef intact te laten. Dit werd met trots achter het stootblok ingericht maar kon ook niet weerstaan aan de duw van de vijand en barstte letterlijk in een plankenkabaal, loslopende kippen en een regen van pluimen...
Het station verloor zijn laatste bediende tezelfdertijd met de laatste autorail, om een bijgebouw van Montzen te worden.
Het gebouw is in januari 1983 verkocht.
+ in onze rubriek FOTO'S
Zijn eigenaar, wiens wens was er een museum van de lijn te maken, heeft bovendien de kilometer de spoor verworven tussen zijn station van de lijn 24 en Montzen om er af en toe enkele wagens te kunnen ontvangen. Waarom niet ?
Voor de liefhebbers van de spoorarchitectuur wensen wij nog mede te delen dat de kopij van het gebouw bestaat in
Vierset-Barse, op de lijn 126 Statte-Ciney, tussen Marchin en Modave.